BCMB Vindplek Cliëntondersteuners BCMB Werk gezocht

“In een doolhof ben je blij met een cliëntondersteuner als wegwijzer”

Dagvoorzitter Sandra Doevendans en voorzitter Erik Dannenberg van Divosa, tevens lid van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, spraken tijdens de vakdag van BCMB onder meer over de propositie van Divosa: het herstellen van bestaanszekerheid, het vergroten van kansengelijkheid en het makkelijker maken van gezond leven. Dannenberg: “Gemeenten moeten niet meer door een rietje naar het sociaal domein kijken, maar met een brede blik.”

Volgens Dannenberg helpt het huidige stelsel niet als je het hebt over gelijke kansen. Daarom hecht hij grote waarde aan cliëntondersteuners. “We hebben nog steeds te maken met een veel te ingewikkeld stelsel. Psychische klachten vallen bijvoorbeeld onder vier wetten: deels onder de Jeugdwet, de WMO, de WLZ en ook voor een deel onder de Zorgverzekeringswet. De politiek heeft een behoorlijk doolhof gecreëerd. Dan ben je blij dat je een wegwijzer vindt. Zolang er een doolhof is, zijn er cliëntondersteuners nodig.”

Waakhond

Dannenberg ziet een cliëntondersteuner als een maatje van burgers, die veel stress ervaren vanwege het ingewikkelde zorgstelsel. “Je hebt iemand nodig die naast je staat. Vooral als een gemeente teveel in kostenbeheersing schiet.”

Hij is van mening dat een cliëntondersteuner een waakhond is van het systeem. “Doe als cliëntondersteuner ook aan patroonherkenning. Kijk niet alleen naar een individuele kwestie. Als je als cliëntondersteuner rare dingen langs ziet komen, schakel dan bijvoorbeeld het management van een gemeente in. Schroom niet.” Hij noemt als voorbeeld een gemeente waar iets van dertien inkomensondersteunende maatregelen zijn. “Hoe moet iemand met een IQ van tachtig daar uit zien te komen? Zet je in voor die cliënt, maar zeg ook iets over de onzin die wij er in dit land van hebben gemaakt.” Volgens Dannenberg wordt er beleid gemaakt dat te ver van de burger afstaat. “Je hebt tegenkracht nodig. Het is goed dat iemand zegt dat iets niet goed werkt. Een gemeente moet naar de processen leren kijken op ooghoogte van de cliënt. De wereld van het sociaal domein zit vol voetangels en klemmen. Het systeem is zelfs voor professionals vaak niet te snappen. Om dit soort dingen te signaleren is een cliëntondersteuner nodig.”

Regelruimte

Op de vraag aan de leden wat cliëntondersteuners nodig hebben van gemeenten om het werk goed te kunnen doen, kwam onder meer ‘regelruimte’ naar voren. Dannenberg heeft begrip voor dat antwoord. “Dat mist vaak in de systemen. Het komt vaak voor dat je iets niet kunt fixen. Dat hoor ik van veel professionals.”

Hij komt met een voorbeeld waar het wel goed ging, omdat er door ambtenaren out of the box werd gedacht. “Het is gelukt een huisuitzetting te voorkomen van een man met psychische problemen, die ’s nachts de hele buurt wakker maakte met bonkende geluiden vanuit zijn woning. De gemeente, de woningcorporatie en de buurt kwamen na verschillende overleggen, waarbij de man ook aanwezig was, tot de oplossing om één kamer volledig geluidsdicht te maken. De man voelde zo’n aanval aankomen en kon dan de kamer ingaan. Hier bleken heel veel eierdopjes de oplossing. Dat scheelt de samenleving 10.000 euro. En als zo’n man op straat raakt, loopt dat bedrag op tot 100.000 euro. Begrijp me niet verkeerd, ik zeg niet dat hier geen hulpverleners nodig zijn. Er moet binnen de muren van een gemeentehuis gewoon vaker aan regelruimte worden gedacht als oplossing. Soms moet je gewoon een aannemer bellen in plaats van scherp zorg inkopen. Per geval is het zaak goed te kijken welke cliëntondersteuning nodig is. Kijk naar de mens.”

Behulpzame samenleving

Dagvoorzitter Sandra Doevendans: “Nederland is een ‘regeltjes-land’. Heeft u tips om daar verandering in aan te brengen? “We moeten met elkaar uit de houding komen van de burger heeft ergens recht op en dat moeten we uitmelken. We moeten toe naar community care, een behulpzame samenleving. Een cliëntondersteuner kan ook samen met een gemeente naar een oplossing zoeken voor een cliënt. Dan word je elkaars partner in het zoeken naar oplossingen. Er moet veel breder worden gekeken. Het is logisch dat een oudere vrouw, die de trap niet meer op kan lopen een traplift krijgt. Maar als je weet dat die mevrouw dertig jaar Nederlandse les heeft gegeven en dat er een Syrisch gezin in de buurt van haar woont, dan kun je ook vragen of ze niet iets voor die mensen kan betekenen. Zo vormt zich een mooi netwerk en groeit het vertrouwen.”

“Als je naar de talenten van een hulpaanvrager kijkt en daar iets mee doet, dan creëer je dus eigenlijk kleine samenlevingen in zijn of haar omgeving. Zo kan iemand mee blijven doen”, aldus Doevendans. Dannenberg: “Inderdaad, we moeten niet alleen naar de rugzak kijken van een cliënt, maar ook naar het schatkistje. We hebben nu een samenleving van gebreken, etiketten, etc., terwijl mensen veel te bieden hebben. Ik hoorde van een buurtapp, waarin iemand aangaf dat ze hulp wil bij de zware boodschappen. In ruil neemt zij de pakketjes aan van mensen in de wijk die niet thuis zijn. Zo krijg je een ruilhandelsysteem in basistaken en bouw je een nieuwe gemeenschap op. Je vormt als het ware nieuwe families. Het woord gezin betekent eigenlijk ‘door de tijd reizen’. Het wordt een grote uitdaging voor gemeenten om zo te werken. Cliëntondersteuners zijn in staat de vraagstukken goed te verwoorden, zodat ze gemeenten kunnen helpen om te verbeteren. Een cliëntondersteuner ziet wat er gebeurt in een gemeente.”

Over Divosa

Divosa is de vereniging van gemeentelijke directeuren en leidinggevenden; degenen met een eindverantwoordelijke rol in het sociaal domein. Ook hun medewerkers zijn welkom bij Divosa. Samen delen we kennis en ervaring, bepalen we onze standpunten en onderzoeken we hoe we mensen in kwetsbare posities zo goed mogelijk kunnen ondersteunen.