De zorg en ondersteuning is in Nederland opgedeeld in afzonderlijke domeinen en wetten: zorg (zorgverzekering, langdurige zorg), jeugd, maatschappelijke ondersteuning, wonen, onderwijs, inkomen en werk. Daaraan gekoppeld zijn financieringen en verantwoordelijkheden belegd bij verschillende partijen, zoals gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren. Het veronderstelt dat de ondersteuningsbehoefte van mensen exact kan worden gekoppeld aan die verschillende gebieden en mensen weten in welk ‘vakje’ ze horen. De werkelijkheid is echter anders: een persoon is niet op te delen in wetten en stelsels.
Voor cliënten hebben deze domeindiscussies verregaande consequenties. Niet alleen komt er geen passende zorg tot stand. Onduidelijkheid en vertraging zorgen voor veel stress en frustratie. Doordat instanties naar elkaar wijzen, worden mensen van het kastje-naar-de-muur gestuurd. Door het tevergeefs doorlopen van allerlei procedures en het ontbreken van noodzakelijke afstemming tussen instanties komt benodigde zorg niet op gang, is er geen continuïteit van zorg bij wisseling van domeinen. Soms komt een abrupt einde aan bestaande zorg en ondersteuning. Door het uitblijven van een oplossing ontstaat een steeds complexere situatie, wat kan leiden tot een verergerende problematiek, escalatie en crisiszorg en een grotere zorgbehoefte.
Het kan wel naast elkaar bestaan! Niet alles wat een kind nodig heeft aan ondersteuning, valt onder de Wlz. Als het gaat om bepaalde veiligheidsaspecten of opvoedingsvraagstukken voorziet de Wlz daar niet in. Als de cliënt dan aanklopt bij de gemeente, zegt deze: “De Wlz is voorliggend, dus dat gaan we niet doen.” Maar dat argument gaat dus niet op in deze situatie, omdat de benodigde ondersteuning niet onder de Wlz-zorg valt. Dan is de gemeente nog steeds aan zet en kan het wel naast elkaar bestaan. Dit soort domeindiscussies doet zich vaker voor. Niet alleen cliënten weten niet wat wel kan, maar ook de betrokken instanties en professionals weten het vaak niet. Bron: Trudy Roffel, onafhankelijk cliëntondersteuner |
Iedereen is het er inmiddels over eens wat de bedoeling is: vanuit de cliënt kijken naar wat nodig is en niet vanuit het stelsel, een regeling of een (zorg)aanbod. Beleidsmakers, financiers, zorgorganisaties en professionals lijken dit ook te willen, maar het stelsel kent nog niet de goede prikkels om dit te stimuleren. Dat vraagt om een cultuuromslag: een verandering in onze manier van kijken en doen. Geef professionals de ruimte en het mandaat om buiten de lijntjes te kleuren als dit nodig is. Laat managers en bestuurders die ruimte creëren met het vertrouwen in de professionaliteit van de medewerkers. Financiers kunnen prikkels inbouwen om te stimuleren dat organisaties verantwoordelijkheid willen nemen voor complexe casuïstiek en waar wenselijk samenwerken met andere organisaties.
Continuïteit in de cliëntondersteuning is belangrijk voor cliënten met ondersteuningsvragen op meerdere levensgebieden die inzet vraagt van verschillende uitvoerders. Hier is mee geëxperimenteerd in de pilots gespecialiseerde cliëntondersteuning, met succes. De lessen uit deze pilots moeten geïntegreerd worden in de reguliere cliëntondersteuning. Gemeenten en zorgkantoren kunnen hieraan bijdragen door:
De Nationale Ombudsman pleit al langer voor cliëntondersteuning die niet per wet, maar van begin af aan en gedurende het gehele traject beschikbaar is. Geboden door cliëntondersteuners met kennis van meerdere zorgdomeinen (Nationale Ombudsman, 2020). |
Kennisorganisatie Vilans stelde op basis van praktijkervaringen een wegwijzer op voor domeinoverstijgend samenwerken rondom thuiswonende kwetsbare ouderen. Sleutel in de aanpak is een ‘arrangeur’. Dit is een lokale professional met doorzettingsmacht. Hij beschikt over oog voor de behoeften van de cliënt én heeft de kennis om (in)formele zorg en ondersteuning aan te boren die de kwaliteit van leven van een kwetsbare oudere bestendigen of verbeteren.
Een regio waarin gemeenten en zorgverzekeraar de samenwerking proberen te verbeteren, is Friesland. Met de Friese Samenwerkingsagenda 2022-2025 wordt ingezet op domeinoverstijgende samenwerking vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid. Concreet gaat het om zaken als vroegsignalering, samenwerking rondom schuldenproblematiek, overgang 18-/18+, complexe multiproblematiek en een domeinoverstijgend loket en casusregistratie op het snijvlak van Wlz, Zvw, Wmo en Jeugdwet.
Lees hier het interview met Andries Baart (geestelijk vader van de presentietheorie) en Tilly Breunis (onafhankelijke cliëntondersteuner) over presentie als basis om maatwerk te bieden.
De andere twee thema's vind je hier: Onafhankelijke Cliëntondersteuning en Toegang en beschikbaarheid voorzieningen