“Ik had stage gelopen in het speciaal onderwijs en was inmiddels begonnen met een studie orthopedagogiek. Bij het tehuis werd ik aangenomen en er was direct een klik toen ik met een groep mensen met een verstandelijke beperking ging werken. In totaal werkte ik 22 jaar bij deze organisatie: van groepsleider tot een beleidsfunctie. Daarna bij MEE in een regionale organisatie gewerkt, maar ik voelde dat als ik dingen wilde veranderen, ik op een stoel moest komen waar ik meer te vertellen had. Die kans bood Menzis mij.”
Nico Moorman is zorgexpert langdurige zorg met specifieke aandacht voor gezinsondersteuning en tot eind september 2023 was hij werkzaam bij Zorgkantoor Menzis. “De afgelopen 21 jaar heb ik mooie rollen mogen vervullen bij Menzis. De laatste jaren op het gebied van inhoudelijk beleid langdurige zorg en later vooral gespecialiseerd in de cliëntondersteuning. Zodra de zorgkantoren hier de wettelijke taken in kregen, was het niet erg verrassend dat ze mij hiervoor vroegen. Vanaf 2015 was ik verantwoordelijk voor de contractering van de onafhankelijke cliëntondersteuners, en toen het ministerie van VWS met de ideeën voor het programma Volwaardig Leven kwam, stak ik m’n vinger op dat we hier actief aan mee wilden werken.”
Ook privé is Nico bekend met de extra zorg voor iemand met een beperking. “De broer van mijn vrouw heeft een verstandelijke beperking. Hij is altijd bij zijn ouders blijven wonen en wij zijn er op een gegeven moment naast gaan wonen. Mijn schoonouders zijn inmiddels overleden en dus hebben wij nu de dagelijkse zorg voor mijn zwager. Ik heb dus een duidelijke inkijk in wat dat doet in een gezin en met naasten. Mijn grootste speerpunt is daarom om collega’s ervan te doordringen dat ze zich in de situatie van de cliënt moeten verplaatsen en dat ze goed moeten bedenken of de oplossing die ze aandragen wel de juiste is. Wat is het gevolg van wat je goed- of afkeurt? Is iemand er echt mee geholpen? Luisteren, inleven en meedenken met cliënten: ze vragen niet om zoveel mogelijk zorg; ze vragen naar een passende oplossing in hun situatie. En dat is misschien wel minder dan de regelgeving toestaat.
Een aantal jaar geleden nam ik een aantal collega's mee naar de toneelvoorstelling ‘Lastige ouders’. Hierin wordt goed het beeld geschetst waar ouders mee geconfronteerd worden en wat hun zoektocht is binnen de zorg. En als ouders langskomen bij ons op kantoor, nodig ik collega's uit om hun verhaal aan te horen. Dat soort dingen opent de ogen, maar het blijft een struggle. Formeel blijven wij uitvoerders van landelijk beleid, maar in mijn ogen heb je twee keuzes: de protocollen volgen of je ruimte pakken en manoeuvreren binnen de regels die er zijn. Ik kies meestal voor het laatste. Cliënten zijn bewuster en vragen steeds meer naar passende oplossingen, terwijl zorgaanbieders nog te lang vasthouden aan een bestaand aanbod. Als aanbieder zou je eerst moeten vragen: wat is je hulpvraag en waar heb je behoefte aan?
Als je kijkt naar de toekomst van de zorg, zijn er zeker diverse bedreigingen, zoals de financiën en de krapte op de arbeidsmarkt. Maar het biedt ook kansen om dingen anders te gaan doen. Bijvoorbeeld niet uitgaan van het bestaande aanbod, maar eerst in gesprek gaan met zorgvragers: wat heb je nodig en zijn er mogelijkheden in je eigen omgeving om iets aan te boren? En zorgen voor minder bureaucratische rompslomp, zodat medewerkers hun werk kunnen doen. Mensen die in de zorg werken, doen dat met een bepaalde motivatie en ze willen de goede dingen doen, maar worden daarbij gehinderd door alle registraties en regelgeving. Geef hen de ruimte en zeggenschap over hun werk; dan blijven ze hun vak uitoefenen. Je moet deze ruimte natuurlijk wel zoeken en pakken. Ik heb door de jaren heen die ruimte geclaimd en gelukkig ook gekregen, want voor jezelf geeft het ook veel voldoening. Dus het kán zeker! Trek je mond open, sta achter je cliënt en ga – als het nodig is - op de barricade.
In een van de bijeenkomsten van het programma Volwaardig Leven zei Hugo de Jonge: ‘Er is nog nooit iemand gestraft door de goede dingen te doen voor een cliënt’. Ik denk dat het goed is dat we met z’n allen zo veel mogelijk de grenzen opzoeken, maar tegelijkertijd wel signaleren en opschalen als je vastloopt in bepaalde regelgeving. Voor cliëntondersteuners en zorgprofessionals is het belangrijk dat ze - naast creatief zoeken naar oplossingen - medestanders zoeken. Een oud Joods gezegde luidt: “Wie één mens redt, redt de mensheid”. Dat is ook zo, maar als je écht iets wil veranderen, heb je medestanders nodig.
Het verbeteren van onze dienstverlening aan klanten is een voorbeeld van een traject waar ik zelf het voortouw in heb genomen. Ik heb ervoor gepleit dat we niet alleen een inkoop-taak wettelijk hebben, maar óók de taak om cliënten goede zorg te bieden. Een aantal jaar geleden kwam je de term klant of cliënt niet tegen in het inkoopbeleid; het ging altijd over zorgaanbieders, tarieven en productie. Gelukkig is dat nu anders. De pilot van Volwaardig Leven is ook een manier waarop ik het verschil wilde maken en gezien de borging in een landelijke regeling die nu plaatsvindt, is dat denk ik gelukt. Een ander voorbeeld dat mij te binnen schiet is dat wij met Cliëntondersteuning Plus hebben gewerkt aan een Goed Leven Plan. Een pilot waarmee we 150 gezinnen stimuleerden om na te denken over de toekomst van hun zorg. Hoe heb je het op dit moment georganiseerd? Denk je na over de toekomst, bijvoorbeeld als je niet meer voor een gezinslid kunt zorgen? Heb je een netwerk dat je kunt aanboren? Dat hele traject hebben we beschreven in een methodiek voor cliëntondersteuners. Deze methodiek zijn we aan het uitrollen onder alle cliëntondersteuners in de Wlz.”
Vertrekken bij Menzis doet Nico Moorman zonder toeters en bellen, maar wel met een bijzondere afscheidsbijeenkomst. “Op 12 oktober organiseert Menzis voor ongeveer 70 à 80 genodigden een minisymposium over de ondersteuning van gezinnen met een zorgintensief kind. Een soort laatste zet van mij om dit thema intern extra onder de aandacht te brengen.”